Met oorzaak is het mogelijk om een oorzaak aan de melding te koppelen. Deze informatie kan later gebruikt worden voor analyses. In de applicatie instellingen kan je instellen welke oorzaken voor welke categorie gekozen kunnen worden bij het invullen van de oorzaak.
1. Configureren van oorzaken
Er is een tabje beschikbaar in de applicatie instellingen met de naam “Oorzaken”. In dit tabje kunnen de oorzaken worden aangemaakt, bewerkt en verwijderd. Via de knop ‘+ Voeg oorzaak toe’ kan er een oorzaak worden aangemaakt.
De volgende gegevens moeten worden ingevuld:
- Naam
- Dit is de titel van de standaard reactie, en dus ook wat behandelaars zullen zien als zij de keuze krijgen voor één of meer standaard reacties
- Categorieën
- Hier kan worden gekozen bij welke categorieën de standaard reactie wordt getoond. Indien dit alle categorieën zijn, dan hoeft enkel het schuifje achter ‘alle categorieën’ te worden aangezet
2. Invullen van oorzaak
Het is mogelijk om het oorzaak veld te selecteren bij het configureren van een workflow actie, bij de kolom ‘velden’. Dit veld zal dan naar boven komen op het moment dat de workflow actie wordt uitgevoerd. Kijk voor meer informatie over het configureren van de workflow acties in de handleiding ‘workflow’.
Zodra een gebruiker het oorzaak veld te zien krijgt, dan wordt de lijst met oorzaken die hij kan kiezen opgehaald uit de in de applicatie instellingen ingestelde oorzaken. De lijst wordt op basis van de categorie van de melding gefilterd.